?
K | E | N | D | E | N | A | T | U | U | R | © | Wim de Groot & Bart Bruyns |
|
Bollen en knollenBollenNederland is in het buitenland bekend om z'n bollen.Bollen zijn bloemen die onder de grond een bol hebben. |
Diepte om de bollen te potenDe grootste bollen moeten het (1) diepst / ondiepst de grond in.Een bol moet ongeveer even diep onder de grond zitten als hij zelf lang is. De bollen links in de tekening bloeien het vroegst in het jaar. Het sneeuwklokje kan je vaak al in de sneeuw zien bloeien. | |||
ui overlangs doormidden snijden |
PROEF: HET BINNENSTE VAN EEN UI
Als je met je ogen vlak boven de ui zit, ga je (2) _________. Je ziet dat de bol van binnen is opgebouwd uit lagen. Zo'n laag noemen we een rok. Teken hieronder de doorgesneden kant van de ui. Trek de juiste pijlen vanaf de 3 namen naar je tekening: rok bodem van de bol wortel Rokken van een bol zijn eigenlijk verdikte bladeren. Op de tekening hieronder zie je hoe dat kan. De bladeren zijn groen gekleurd, de stengels rood, de wortels blauw. De bodem van de bol is eigenlijk een (3) wortel / stengel / blad. De rokken van de bol zijn (4) wortel / stengel / blad. | ||
uitlopende aardappel |
KnollenKnollen zien er van binnen heel anders uit dan bollen.Het bekendste voorbeeld van een knol is de aardappel. Bekijk hiernaast op welke plek een aardappel uitloopt. De plant groeit vanuit de (5) ______ van de aardappel. Als je plant volwassen is, maakt hij weer nieuwe aardappelen. Als je die vroeg oogst zijn ze nog klein. We noemen dat krieltjes. Als je aardappels door laat groeien worden ze steeds groter. De allergrootste aardappelen noemen we fabrieks-aardappelen. Daar wordt in fabrieken zetmeel, patat en chips van gemaakt. | ||
volgroeide aardappelplant met nieuwe aardappels |
PROEF: DE BINNENKANT VAN DE AARDAPPEL
Teken hieronder wat je ziet. Heeft de aardappel rokken? (6) ja / nee. Een bol heeft wèl rokken.
Een knol heeft géén rokken. |
Vragen | |
1. | In welk land worden er veel bollen gekweekt? (7) _____________. |
2. | Crocussen bloeien (8) eerder / later in het jaar dan tulpen. |
3. | Hoe heten de lagen binnenin een bol? (9) _________.
Dit zijn eigenlijk (10) wortels / stengels / bladeren van de bol. |
4. aardappel bij vraag 4 | Hoeveel uitlopers kan de aardappel hiernaast aan deze kant krijgen? (11) 1 / 2 / 3 / 4.
|
5. | De aardappel is een (12) bol / knol.
De ui is een (13) bol / knol. |
6. | Hoe kun je zien of een bloem een bol of een knol heeft?
(14) ________________________________________. |
7. crocus, sneeuwklokje | Bekijk de doorgesneden crocus en sneeuwklokje hiernaast.
De crocus is een (15) bol / knol. Het sneeuwklokje is een (16) bol / knol. |
8. | Hoe groter de bol, des te (17) dieper / ondieper de grond in. |
Extra stof | |
9. | Een bol heeft veel reserve-voedsel. Daarmee kan de plant in het voorjaar extra snel groeien. Nog vóór de bladeren aan de bomen zijn, zijn de bollen alweer uitgebloeid. Zo hebben ze geen last van de schaduw. Bollen groeien daarom vooral veel in (18) dennenbos / loofbos. |